Het is bijna een jaar geleden, de schokkende brand in de Londense flat Grenfell. Deskundigen melden dat zoiets in Nederland niet mogelijk is. Risicodeskundige Raymond van der Heide denkt daar anders over. Tijdens zijn rondes door onder andere hotels, verzorgingscentra en studentenhuizen komt hij veel brandonveilige zaken tegen. Verbetering kost geld. Het dieperliggende probleem is het gebrek aan maatschappelijke verantwoordelijkheid van sommige gebouweigenaren en bedrijven.

Voor ons werk komen mijn collega-risicodeskundigen en ik regelmatig in studentenhuizen in de binnensteden. Dat zijn vaak oudere huizen met houten verdiepingen en smalle trappen. Elektrische bedrading hangt en ligt op de raarste plekken, enige vorm van brandcompartimentering is niet altijd aanwezig. Tijdens mijn meest recente bezoek stond de aanwezige brandmeldinstallatie in storing, al maanden volgens de studenten. Natuurlijk wijzen mijn collega’s en ik de bewoners en gebouweigenaar in zo’n geval altijd op de gevaren.

Helaas gaat het soms jammerlijk mis. Voorbeelden hiervan zijn de grote branden in Nijmegen in een appartementencomplex en de grote brand in Leeuwarden aan de Kelders. Hierbij waren helaas ook doden te betreuren. De laatste keer was op maandagochtend 19 juni 2017. Bij een brand in een studentenhuis in Leeuwarden kwam een student van 22 om het leven.

Nauwelijks controle

Het probleem in Nederland is dat er nog maar beperkt wordt gecontroleerd op de bouw- of verbouwlocatie. De controle vindt feitelijk plaats als het is misgegaan; dan blijkt dat er van alles niet deugde en worden er boetes en andere (taak)straffen uitgedeeld. Maar de familieleden en vrienden van de omgekomen personen hebben levenslang.

De overheid gaat uit van zelfregulering. Er zijn tegenwoordig op brandveiligheidsgebied veel en behoorlijk strenge regels. Als ondernemers zich daaraan houden, is Nederland superveilig, is de gedachte. En dat klopt. Maar houden ondernemers zich er aan?

IJsland

Hoe anders is dat bijvoorbeeld in een land als IJsland, waar ik op vakantie ben geweest. Daar gaat geen hotel of bed & breakfast (B&B) open voordat er een strenge controle is geweest op brandveiligheid en er een stempel op de vergunning staat.

In Nederland gebeurt dat niet; in Nederland kun je er als eigenaar van een hotel, B&B of studentenhuis van uitgaan dat je zelden gecontroleerd wordt op locatie. Daarom is het des te belangrijker dat eigenaren van zulke panden zich ethischer opstellen en zich verantwoordelijk gaan voelen voor de veiligheid van de aanwezigen.

Toegegeven, de regels in Nederland zijn weliswaar goed, maar ook complex. De bouwregels staan onder andere in het Bouwbesluit. Hoewel ik al jaren controles uitvoer voor Interpolis, blijven deze regels soms lastig te interpreteren. Dat heeft deels te maken met bijvoorbeeld het ‘gelijkwaardigheidsartikel’ in het Bouwbesluit: als je als eigenaar kunt aantonen dat jouw alternatief voor een bestaande regel net zo veilig is, dan mag dat ook. Maar juist daar wordt ‘handig’ gebruik gemaakt van de regels.

Maatschappelijke verantwoordelijkheid

Gebouweigenaren zouden veel minder moeten uitgaan van het net voldoen aan de regels, en veel meer van de veiligheid van de gebruikers van hun pand en het gebouwbehoud. Niet alleen omdat de eigenaar in principe aansprakelijk is wanneer er een ramp gebeurt (ook al probeert hij de aansprakelijkheid vaak af te schuiven op de huurder), maar omdat het eenvoudig niet meer past bij deze tijd. Banken, financiële dienstverleners, de industrie: veel meer dan vroeger nemen ze hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en stellen het klantbelang centraal.

Bij gebouweigenaren en bedrijven zie ik dat nog te weinig. Kosten besparen wordt door veel ondernemers belangrijker gevonden dan zorgen voor veiligheid. Ik ben diverse hotelkamers, en schachten tegengekomen waar geen brandcompartimentering aanwezig is. Ook hebben sommige gebouwen in Nederland een hoogte van 19,90 meter. Vanaf 20 meter moeten appartementencomplexen namelijk een droge blusleiding hebben. Een lagere vloer betekent in dat geval kostenbesparing, maar bij een brand wel grotere problemen voor de brandweer om snel en adequaat te handelen. René Hagen, lector brandpreventie geeft in zijn meest recente blog ook aan aantal hiaten aan.

Brandcompartimentering levert geld op

Het zijn soms lastige discussie met een ondernemer die aangeeft: ‘Ik bouw toch volgens de wet? De architect zal toch wel weten wat hij doet? Ik kan me niet voorstellen dat hier brand uitbreekt!’ Het is natuurlijk ook een geldkwestie, want om in de praktijk een oud gebouw in een oude stedelijke binnenstad goed gecompartimenteerd te krijgen, is bijna ondoenlijk.

Maar toch wil ik pleiten om voor ingebruikname van een gebouw een definitieve controle door het bevoegd gezag plaats te laten vinden. Én gebouweigenaren in Nederland: neem je verantwoordelijkheid en investeer in goede brandcompartimentering, zodat de veiligheid van de aanwezige mensen gegarandeerd is. Bijkomend voordeel is dan ook dat je na een brand sneller weer in bedrijf kunt zijn. Uiteindelijk levert een goede brandcompartimentering geld op.

In een reeks bijdragen laat risico-expert Raymond van der Heide van Interpolis bedrijven zien hoe ze doordacht kunnen omgaan met risico’s. Interpolis is partnerexpert van Business Insider Nederland.